Over werk en verlangen in de kwabben
Hoe een bundel eerst een vorm aanneemt in het denken, en zich daarna laat kennen in het schrijven, het blijkt voor elke bundel anders. Voor dat soort dingen, kan er alleen maar uit persoonlijke ervaring gesproken worden, als betrof het gezondheidsperikelen. Een manke en misschien wat zware vergelijking maar het lichaamseigen element van ziek zijn of het aan en of andere kwaal lijden geeft wel het onlosmakelijke van het denken met het schrijven weer. Een ziek lichaam kan een mens slechts tijdelijk en met moeite uit zijn bewustzijn weren. Gezond is de mens die zich nauwelijks van zijn lichaam bewust is, tenzij op momenten van klein en groot genot, of op enkele ogenblikken van (voor westerlingen) veelal klein op te lossen ongemak als kou, honger enz. Mochten we alle processen in ons lichaam voelen, ons bewustzijn zou verpletterd worden onder de indrukken. Welnu, ziek zijn houdt vaak in dat een verstoord proces zich laat voelen en pijn is zoals geweten een signaalfunctie om ons lichaam bij ons bewustzijn onder de aandacht te brengen.
Een gelijkaardig proces speelt zich af bij het ontstaan van creatief werk. Het denken ziet zich verstoord door een verlangen dat het bewustzijn binnen breekt. Dat verlangen dient zich aan als een knagende zeurende pijn op de achtergrond, die aanvankelijk prima geweerd kan worden met pijnstillers zoals werk van allerlei aard. Het woord werk heeft hierbij een veelzijdige invulling, om het maar eens positief te stellen. In de individuele werkelijkheid komt het naargelang de persoonlijke werkinvulling overeen met een werk van 9-5 gevolgd door werk van allerlei aard gerelateerd aan het praktische van het dagelijkse bestaan. Of het woord werk komt overeen met een centrifugerende versnippering van denkenergie die afwisselend en op alle momenten van de dag en de avond gewijd wordt aan werk puur, voorbereidend werk voor het werk puur, administratief werk in verband met het werk puur, woonplekwerk, en schrijf- lees- en planwerk dat niet met het eigen werk te maken heeft. Hoe dan ook, deze pijnstillers zijn bijzonder doeltreffend. Het verlangen, of liever, de knagende pijn op de achtergrond weet zich als in een slaap gesust en als er maar voldoende pijnstillers genomen worden, kan het idee ontstaan dat de pijn van de kwaal geheel verdwenen is. Omdat er naast de te verrichten arbeid ook nog een persoonlijk leven bestaat – uiteraard een nog grotere pijnstiller – kan zelfs de indruk ontstaan dat er geen onderliggende kwaal bestaat. Deze illusie blijkt bij een goede dosering van werk en persoonlijk leven vrij lang stand te houden. Maar onvermijdelijk ligt in een of andere kwab een woekering van het verlangen op de loer. Zaak is de pijnstillers te minderen om een beter zicht te krijgen op het verrekte ding.